Je bent wel goed genoeg! Drie tips tegen perfectionisme.

Als coach spreek ik veel studenten, allemaal met eigen uitdagingen, persoonlijke situaties en vanuit diverse achtergronden. Dit betekent dat iedere verhaal én iedere persoon uniek is. Toch zijn er veel terugkerende thema’s, die ik vaak bespreek met studenten. Denk bijvoorbeeld aan stress, somberheid, angst, eenzaamheid en kwaliteit van slaap. Opvallend is echter één specifiek thema, deze uitdaging komt wellicht het meeste aanbod tijdens mijn sessies: perfectionisme.

Ik spreek veel studenten die teleurgesteld zijn in zichzelf, wanneer ik vraag waarom dit zo is, luidt het antwoord vaak: “Ik ben niet goed genoeg”. Veel studenten benoemen zichzelf niet goed genoeg te vinden, niet goed genoeg te presteren, minder te zijn dan anderen, geen geloof te hebben in zichzelf of ‘het’ niet te verdienen.

Het zijn jonge ambitieuze mensen, in de bloei van hun leven, met een heel dynamisch en uitdagend leven. Studenten die een mooie opleiding doen én ook nog eens veel werken naast hun opleiding. Het raakt me. Ik zou het liefst willen zeggen: wees trots op jezelf, je doet het fantastisch, kijk wat je al bereikt hebt. Maar dat is niet het doel van de mijn sessies. Het doel is om studenten zelf aan het denken te zetten, en bijvoorbeeld in te zoomen op wat maakt dat ze ontevreden zijn met zichzelf of de prestaties. We kijken naar de onderliggende factoren die invloed kunnen hebben op deze continue teleurstellingen. Samen met student proberen we nieuwe inzichten te verweven, die leiden tot nieuwe perspectieven.

Dit kan soms spannend zijn, omdat veel studenten het gevoel hebben dat wanneer zij hun huidige opvatting los laten, of proberen “minder perfectionistisch” te zijn, dit ten koste gaat van de prestaties. Het tegendeel blijkt vaak waar, effecten zijn vaak: minder stress, meer rust, meer vertrouwen, meer kunnen genieten van het proces én trots en tevreden zijn op wie je bent én wat je doet.

TIPS

  1. Vraag jezelf niet alleen “wat kan er beter?”. Hierdoor ben je constant gefocust op wat je hebt laten liggen of wat niet goed is. Dit leidt tot teleurstelling en voelt vaak als falen. Natuurlijk mogen we kritisch zijn op wat beter kan, om te leren én groeien. Probeer echter eerlijk te zijn naar jezelf en vraag dus ook “wat is al goed?”. Wanneer je dit doet, kun je kritisch blijven op jezelf maar behoudt je een gezonde balans tussen ambitieus en een gezond zelfbeeld en zelfvertrouwen.
  2. Houdt een “positieve dingen dagboek bij”. Schrijf iedere dag, bijvoorbeeld aan het einde van de dag voor je slaap, 3 dingen op waar jij van hebt genoten gedurende de dag. We zijn vaak geneigd alleen de negatieve momenten van een dag te onthouden. Op deze manier train jij je brein om je ook bewust te worden van de positieve momenten. Deze mogen groot zijn, zoals een mooie prestatie. Maar ook klein, bijvoorbeeld een leuk gesprek of het feit dat je genoten hebt van een lekker bakje koffie.
  3. Zelfcompassie, wees wat liever voor jezelf. Benader jezelf, zoals je een vriend zou benaderen. De studenten die ik spreek zijn vaak enorm hard voor zichzelf, leggen de lat erg hoog en halen zichzelf contant onderuit. Wanneer ik de vraag stel “wat zou je tegen een vriend of vriendin zeggen in dezelfde situatie?” Komen er vaak totaal andere beoordelingen én zie ik vaak een zachte en lieve kant van de student. Meestal volgen er beoordelingen als “je doet het goed”, “probeer het nog eens, want je kunt het”, “ga zo door, geeft niet op” en zo nog veel mooie reacties.
    Vervolgens trainen we vaak om jezelf anders te gaan behandelen en beoordelen. Namelijk zoals je een vriend of vriendin behandeld. Dit leidt vaak tot meer vertrouwen, meer geloof, meer energie, een positiever zelfbeeld én een leukere studententijd!